Gisteren een vreemde dag. Ik was afwisselend onrustig en pijnlijk of rustig en gezellig. De rustge en gezellige momenten komen terug. Dat is fijn. Daarvoor ben ik ook naar huis gegaan.
Ik ben erachter dat ik maagpijn heb. Vreemd. Ik voel niet meer goed wat of hoe er iets gebeurt in mijn lichaam. Ik hoor al een paar dagen een borrelen in mijn lijf. Door de fentanyl pleister van 50 ug voel ik weinig. Het maakt dat ik dus ook niet in de gaten heb dat mijn maag rommelt.
Gisteren heb ik regelmatig 5 mg morfine gespoten gekregen. Extra. Omdat ik zo onrustig en pijnlijk bleef. Eigenlijk is de meest lastige klacht het voelen dat je moet ademen. Iedere ademhaling is er 1 die ik heel bewust moet doen. Het is net of ik tegen druk krijg. Als dat weg is kan ik beter genieten. De nadelen van de morfine zijn voor mij groot. Heel erg onzeker, angstig, je mag niet bij me weg. Slappe en zware armen en benen. Droge mond. Niet echt goed kunnen slikken zodat je een droge mond en keel krijgt. Vooral het wegzakken wat er uit ziet alsof ik moe ben en in slaap wil vallen. Ik duik alleen achterover voor mijn gevoel, hup een zwart gat in.
We hebben samen 3x het avondmaal genomen. Het voelt onwennig. Vreemd is dat. Ik heb geen twijfel. Wat we doen is goed. God kent ons hart. Hij weet wat wij nodig hebben. Bovendien zijn wij schuldenvrij. We kunnen niets meer fout doen door Jezus die voor alle zonden en ziekten gestorven is. God houdt ontzettend veel van mij. Heel erg veel.
Mama heeft vandaag een poos bij mij gezeten. Mijn voeten gewreven en mij voorgelezen uit de bijbel. We lezen alles over genezing en psalm 16.
lk stel mij de HERE bestendig voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet.
Ik lees hier dat als ik naar rechts kijk God naast mij staat. Hij houdt mijn hand vast.
Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel,
Daarvan wordt ik heel erg blij. Ik weet dat God van mij houdt. Ik kan wel zingen van blijdschap.
zelfs mijn vlees zal in veiligheid wonen;
Ik lees hier dat het lichaam dat ik heb, ja zelfs mijn lichaam veilig woont. Een lichaam heb je alleen op de aarde. Hier bij jullie. Daar is mijn lichaam veilig. Ik lees gezond. Ik lees beter. Helemaal beter. Gewoon hier op aarde woon ik ik veilig en gezond.
want Gij geeft mijn ziel niet prijs aan
het dodenrijk, noch laat Gij uw gunstgenoot de groeve zien.
Ik lees hier dat ik zal leven. God houdt van mij. Hij beschermt mij. Hij laat mij niet dood gaan. Ik ga niet naar het dodenrijk. Ik hoef ook niet te balanceren op het randje van de dood. Die wandeling hoeft ik niet te doen.
Gij maakt mij het pad des levens bekend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig.
God vertelt mij het pad des levens.
Het pad des levens is volgens mij het plan dat God heeft voor mijn leven. Wat ik allemaal voor en met Hem kan doen.
Er is een dus een heel pad. Niet zo maar een klein kort weggetje maar een heel pad is er voor mijn leven. LEVEN staat er. Zien jullie dat LEVEN. Dat is voor mij bedoelt.
Conclusie: Mijn lichaam leeft veilig en gezond hier op aarde. Ik leef blij en gelukkig volgens het plan dat God voor mij heeft. God staat rechts naast mij, hij houdt mijn hand vast
en beschermt mij.
Er staat ook in de bijbel dat je een heel lang en gelukkig leven hebt en dat je pas dood gaat als je zelf tevreden bent over je leven. Ik weet even niet waar. Help me maar.
Ik weet alleen zeker dat dat zo is. En ik ben nog niet tevreden. Ik wordt hier gewoon overvallen terwijl ik midden in mijn leven ben. Dat is nooit Gods plan. Toen niet en nu niet.