Het gesprek is net geweest.
Het blijft toch schrikken als je weer vertelt wordt dat je heel erg ziek bent. Maar laat ik het kort houden deze keer.
Wat is er besloten.
Ik ga met de prednison starten.
Verder gaan er een aantal onderzoeken worden gedaan. Bloed afname zoals de bloedgassen.
Een scan.
Fysiotherapie om een indruk te krijgen van mijn lichamelijke conditie en of die nog te verbeteren is. Want dat moet voor een eventuele
transplantatie.
De diƫtiste zodat ik wat meer eet of drink en op gewicht blijf.
Een gesprek met een psycholoog.
Het wordt een drukke week. Dat wordt goed plannen zodat rust en wat er te doen is goed wordt verdeelt. Geen tijd voor gezellig kletsen. Geen tijd voor bezoek. Het is even niet anders.
Vrijdag is er weer een gesprek. Dan gaan we kijken wat de uitkomsten zijn en hoe ik op de prednison reageer.
Nu we dit besproken hebben heb ik rust. Ik heb God, Jezus en de Heilige Geest heel hard nodig. Ik doe dit niet omdat ik het durf. Ik ben namelijk bang en weet niet wat, hoe, wanneer en noem alles maar op. Ik denk maar weer aan Jezus. Hij was ook bang. Dus dat mag.
Toch ging hij verder. Dat doe ik ook. Ik ga het proberen. Als dit de weg is die ik moet gaan zal God mij dat laten zien en helpt Hij mij. Ik neem dan die pillen in en wordt er niet ziek van.
Het is ook goed om te zeggen dat ik
dat ik dood kan gaan. Ik weet dit al een lange tijd en ik wil eigenlijk helemaal niet dood gaan. Ik houd zoveel van Sjon. Zijn mopjes en zijn lieve stem en zachte handen. Zijn rotsvaste vertrouwen in ons, in mij in een geweldige toekomst. Hij heeft mij zoveel meer gegeven dan ik met woorden kan zeggen. Hij is mijn alles.
Ik houd zo veel van onze kinderen. Ik wil helemaal niet weg. Ik wil van ze genieten. Lol met ze maken. Ze zijn het allermooiste wat ik ooit heb gekregen. Vanaf het moment dat ze in mijn buik groeiden houd ik van
jullie. Dat stopt nooit.
Er zijn nog zoveel dingen die ik wil doen. Er zijn nog zoveel mensen die geweldig zijn en moeten weten hoeveel God van ze houdt en dat ze bijzonder mooi en speciaal zijn. Ik zie zoveel prachtige mensen met verdriet in hun hart. Ze zien niet dat ze speciaal en geweldig mooi zijn. Dat ze precies goed zijn zoals ze zijn. Net als ik dat heel lang niet wist.
Ik heb altijd de wens gehad om dat te doen. Zou dat nog kunnen?
Bij God gaan wonen is geweldig. Dat weet ik. Daar is het altijd feest. Heb
je “vette lol”. Je lichaam is een jas. Die heb je te leen. Maar hij is een keer versleten. Zo zeg ik het altijd tegen de kinderen. Wie had gedacht dat dat zo snel kon gaan. Ik niet in ieder geval. Ik dacht dat ik nog niet eens op de helft was en alle tijd had.
Weer iets geleerd. Dat weet je dus niet. Vandaag genieten dus.
Ik weet dat God geneest. Ik weet niet hoe maar ik hoef niet alles te weten. Ik vertrouw Hem.
We gaan zien wat er gebeurt.
Wordt vervolgd.