Een nieuwe dag. We gaan er weer voor. Het is warm geworden buiten. Ik zie zwembroek en korte broek voorbij komen. Er ligt zelfs al een kapotte zwembroek in de prullenbak. De huisarts is geweest. Hij nam de tijd om alles door te nemen. Ik heb hem ook vertelt van de morfine. Ik kreeg namelijk 5 mg per 6 uur s.c. Het eerste uurtje na zo’n injectie is niet leuk. Ik voel me suf en sloom. Dan komt er bijna 2 uur je goed voelen. Ik kan dan eten en gezellig kletsen. Daarna stort ik in een diep zwart gat. Alleen. Veel moeite met
ademen. Rare gedachten. Ik reageer niet. Ik drink niet. Ik kan de telefoon niet meer vasthouden en op tillen. Dus geen preken meer luisteren of iets schrijven. Ik raak afgesloten. Buiten deze kamer gaat het leven door. Ik lig en wacht. Ik wacht op mijn genezing. Ik blijf geloven dat God mij geneest en ik blijf geloven dat het ieder moment kan gebeuren. Ik ben wel op het punt aangeomen dat het heel hard werken is. Zowel ademen als geloven. Wat kan een mens veel meer dan ik van te voren had bedacht. Heel veel meer.
Ik kan gelukkig nog wel met God samen zijn. Ik weet dat God van mij houdt. Hij houdt zonder voorwaarden van mij. Ik ben Gods lieveling. God staat aan mijn kant. God vecht voor mij. Op Hem kan ik vertrouwen. Altijd en altijd.
Lezen lukt niet altijd even goed maar luisteren kan ook met de ogen dicht.