We begonnen met wakker worden en direct een flinke zuurstof daling. Sjon moest direct wakker worden en hard aan het werk om mij er weer uit te halen. Dat betekent extra zuurstof en morfine spuiten. We hebben sowieso een hele kast vol met medicijnen mee gekregen.
Vanmorgen lag ik daar ook maar te liggen. Ik heb moeite met mijn denken. Mijn lichaam trekt mij steeds naar beneden en ik wil omhoog. Daar heb ik recht op.
Ik ben begonnen met het aanpakken hier van. Joyce Meyer zei : Stop niet alles weg. Zeg gewoon tegen God. God ik ben ziek en dat weet ik. Maar ik geef het aan U. U alleen kunt het oplossen. Het is ook te moeilijk. Alleen God kan dit nog.
Later op de dag had had ik een hittegolf door mijn lijf gaan. Dat neemt weer extra energie. Ik heb mij laten uitleggen dat ik weinig zuurstof inadem. Het duurt dus langer dan bij iemand anders om weer zuurstof in alle cellen te krijgen. Rustig liggen en wachten tot het beter wordt dus. Veel tijd om te denken en God te bedanken.
Hoe vaak zeg ik wel niet ik kan meer. Het is te moeilijk God. Ik trek het niet meer. Help me toch. Er gebeurt helemaal niets. Waar is God. Wat doe ik verkeerd.
Dit denken bestaat te veel uit kijken naar wat ik niet kan. Dat is de spiraal naar beneden.
De spiraal omhoog is kijken naar wat God kan.
Lees Gideon maar. Gideon kan ook niets. Nou ja, hij kan heel goed piepen en klagen en zeggen dat hij niets kan. Ik zie dat hij van zijn eigen kunnen uitgaat zodat hij maar blijft zeggen dat hij het niet kan.
Als je kijkt naar mij en je ziet wat ik
kan dan zou je ook zeggen dat het niets wordt. Dat heb ik ook veel gezegd. Ik kan niet meer.
Maar God zegt:” kijk naar wat Ik kan”. Hij wil dat ik Zijn woord geloof. Ik geloof zijn woord. Om het juiste spreken vast te blijven houden als het moeilijk is heb ik hulp nodig. Dat heb ik God gevraagd.
God vraagt mij of ik dit wil doen. Ik denk wel eens, vind God het goed wat er met mij gebeurt omdat Hij weet dat ik het kan? Hij is toch de God van de liefde. Ik zie mij liever in zijn armen dan hier over na te denken.
God wil dat ik zijn woord geloof. Ik geloof zijn woord. Om het juiste spreken
vast te blijven houden als het moeilijk is heb ik hulp nodig. Dat heb ik God gevraagd.
Ik heb ook in de bijbel gezocht. Buiten fluit een vogel. God zorgt voor de vogels en zeker ook voor mij. Die hoeven zich geen zorgen te maken. Ik ook niet.
Jezus zegt ook in Mattheus 5 vers 48 dat ik volmaakt zal zijn precies zoals mijn hemelse Vader volmaakt is. Dat ben ik. Dat ben ik. Ik ben volmaakt. Hoor je dat. Ik ben volmaakt. Als je dat nog niet ziet geeft dat niets. Het is er toch. Liefde kan je ook niet zien en het is er.
Dan zocht ik vanmorgen voor mij een belangrijk stukje.
Ik weet dat het in de bijbel staat maar nooit waar dus het was even zoeken.
Gelukkig heb ik het gevonden.
Matteus 11 vers 28-30.
Kom maar zegt Jezus. Wat er ook is ik geef je rust. De last die je bij Jezus krijgt is licht. Er zullen hobbels in de weg zijn maar het blijven hobbels en het worden geen bergen.
Ik blijf naar Jezus gaan hij helpt mij. Dat heeft hij beloofd. Hier staat het.
De hele dag hebben mijn broer Ariën
en Sjon voor mij gezorgd. Heel langzaamaan ben ik van plat liggen naar een beetje schuin omhoog gegaan.
Ik ga vooruit. Dit is van korte duur. Het komt goed. Ik blijf vooruit kijken.
Ik heb wel 10 x alle foto’s van de afgelopen dagen gekeken. Ik klim met Gods hulp altijd weer uit het dal. Nu ook weer. Dat geloof ik.
God heeft mij nog nooit in de steek gelaten. Dat doet Hij nu ook niet.
We zijn begonnen met het nemen van het avondmaal. 3x per dag. Ik
heb gelezen dat er mensen genezen werden door God toen zij ziek waren en het avondmaal namen.
Zelfs een mevrouw die in coma lag maakte God gezond. Het is niet moeilijk. Het is lichamelijk niet zwaar. Ik zie dit als mijn laatste kans.
Jullie zijn lieverds. Jullie zijn geweldig. Jullie doen zo veel en dat is echt geweldig. Er is al veel gedaan voor ons en mij speciaal. Heel erg bedankt.
Ik weet een beetje dat jullie allemaal met mij mee vechten een geloven. Dat is geweldig. Het is fantastisch.
Samen winnen wij. Samen zijn we sterker dan wij kunnen bidden of beseffen.
God zorgt voor ons. Altijd.