Maandag 22 juli 2013

Ik ben wakker en het is maandag 9.15. Ik heb heel veel geslapen dit weekeinde.

Dat was wel nodig. Ik was zo moe van al die maanden te weinig slapen. Zelf lukte het mij niet meer dan 4 uur te slapen. Met hulp van een slaappil misschien eens iets meer. Maar wie wil er nu een pil om te slapen en wat gebeurt er dan met je? Bovendien had ik wel eens met een pil geslapen maar dan werd ik
wakker met zo’n verschrikkelijk droge mond en een dikke kapotte tong en gehemelte. Ik wist dan echt niet meer hoe ik moest ademhalen. Dat was echt eng.
Dus blijf ik alert en sliep ik met pil één keer 2 en max. 1 x 4 uur. Dat was het. En alleen als er iemand bij mij bleef slapen in het ziekenhuis of als er ’s nachts iemand bij mijn bed zat. Maar ik was zo moe. Zo moe. Zo verschrikkelijk moe.

Zaterdag morgen werd ik om 4 uur wakker. Ik had 4 uur goed geslapen. Weer wakker geworden maar
daarna lukte het niet meer om in slaap te komen.
Het lukte die morgen ook niet om ontspannen te ademen. Iedere hap moest ik bewust nemen. Ik had het moeilijk en kon niet meer. Iedere ademhaling moest ik met heel veel moeite zelf nemen. Ifna de verpleegkundige hielp mij de nacht door. Om 7 uur riep zij mama voor mij. Ik zei tegen mama dat ik echt niet meer kon. Ik was zo moe. Ik kon niet meer ademen echt niet meer. Ifna bleef mij helpen en praatte mij Vol vertrouwen en met heel veel liefde en geduld door, voor en naar
iedere volgende ademhaling.
Mama heeft om hulp gebeld. Papa om 7 uur al. De huisarts iets later. Hij nam niet op dus belde ze ook Sjon. Tegen 11 uur was iedereen er. Alleen onze eigen huisarts was niet te bereiken. Daarom hebben we om 11.10 ongeveer toch maar de huisartsenpost gebeld. Wat een verrassing bij binnenkomst. De huisarts die dienst heeft ken ik. We zijn beide in de zelfde nieuwbouw buurt en tijd begonnen met het opbouwen van onze praktijk. Hij schrok. Echt. Hij wist niet dat ik zo ziek was. Er was geen goede
overdracht naar de huisartsenpost geweest. Ik had ergens in mijn achterhoofd onthouden dat je daar heen kon bellen. Nou ja. Het was even niet anders. Onze huisarts was ook in de veronderstelling dat hij wel bereikbaar was en dat was niet zo. Geen tijd voor verspilling ik moest nu geholpen worden. Ik kon zeggen wat ik nodig had, slaap heel veel slaap. Ik wilde dit niet meer. Sjon en ik hadden dit zo vaak besproken. Ik wilde niet meer hijgend als een natte hond door de dag. Daarna ging iedereen naar de achterkamer om te vertellen welke ziekte ik heb en wat
ik nodig heb. Rust dat was het belangrijkste. Gewoon lekker slapen. Hij gaf mij iets te slapen en dat deed ik. Later die week heb ik hem nog gevraagd of hij de zorg wil over nemen. Dat wilde hij niet. Hij wilde niet eens aan de telefoon komen omdat hij er te emotioneel bij betrokken was en hij over 2 weken op vakantie ging. Dat snap ik wel. Ik begrijp zulke dingen heus wel als ze maar eerlijk en direct gezegd worden. Dat is nu net zo fijn van deze huisarts. Hij is super direct. Moet je wel tegen kunnen maar wie mij kent weet dat ik daar het beste
mee kan omgaan.

Nu is het dus maandag. Ik ben rond 12 uur zelf wakker geworden. Goed wakker geworden. Mijn lichaam was echt moe. Ik ben tussendoor wel wakker geweest maar dat kan ik mij dit niet herinneren. Vreemd is dat. Zaterdagmiddag ben ik om 11.45 gaan slapen. Ik schrijf dit dus veel later en voor een groot deel op het geheugen van anderen.

De eerste keer dat ik wakker werd was het zaterdag 16 uur.
Terwijl ik sliep zijn Gerda en Theo
geweest. Mama vertelde dat Gerda direct kwam toen zij haar belde. Ze is zeker een uur geweest en heeft huilend mijn hand vast gehouden.
Gerda is mijn alles. Ze kwam in november 1989 op een advertentie. Ik vroeg iemand die mij wilde helpen met poetsen. De praktijk begon te groeien en ik herinner mij nog dat ik de wekker moest zetten om een bloesje te strijken voor het sprerkuur of om de wacht- en spreekkamer te soppen voor ik kon beginnen. En voor wie mij kent, ik houd van strak ordelijk en super netjes dus ging daar veel tijd in zitten
Gerda plaagt mij er nog steeds om. De kaarsrechte stapels met strikjes erom heen. Zo zijn wij samen begonnen. En zij keurig netjes aangekleed op sollicitatiegesprek en mij, haar aanstaande baas., wel even vertellend hoe, wat en hoe vaak iets schoongemaakt zou moeten worden. Ik was direct dol op haar. Nog even met mama overlegd want die had al vaker sollicitatiegesprekken gehouden en dit was mijn eerste. Mijn moeder zei als je geen twijfel hebt moet je het gewoon doen. En dat hebben wij. Gerda wilde en ik ook. Gerda begon
met 1 morgen te poetsen en ze is mijn hele leven gebleven. Wisselend van 1 tot 7 dagen in mijn leven. Ze is mijn alllereerste liefste belangrijkste vriendin in mijn leven. Ik besprak allles wat ik meegemaakt had. Alle mooie, lieve, zieke, gezonde, grote, kleine, levende en soms ook overleden baby. Ik deelde met haar al mijn vreugde en mijn pijn. Zij was mijn kraamhulp bij onze gezonde kinderen maar toen Taran te vroeg werd geboren was zij er ook om de andere kinderen op te vangen en te troosten. Ze is de mede- opvoedster van onze kinderen. Mijn steunpilaar.
Zij is om mee te lachen. Om verschrikkelijk bij te huilen. Zij heeft me alle keren geholpen met verhuizen. Zag mijn vriendjes komen en gaan. Zag mijn grote liefde voor Sjon groeien. Zij zag de Verloskundigenpraktijk De Kei groeien, krimpen, groeien. Zij zag het verdriet dat het deed toen ik na 18 jaar zonder een dank je wel en met grote nasmaak er weg ging. Zij was er bij gezondheid maar ook bij ziekte. Als ik rijk was of heel arm. Ik zei wel eens. Ik eet liever niet dan dat ik Gerda moet missen. Zij aaide altijd over mijn bol. Zij gaf mij altijd weer
een kus. De laatste keer dat ik haar zag was toen ik zo verschrikkelijk ziek met de ziekenauto naar het ziekenhuis werd gebracht. We hebben allrbei zo gehuild. Ik wist niet of ik haar ooit nog zou zien. Zij beloofde op onze kindjes te passen. En weet je wat Gerda beloofd dat doet ze. Zij is mijn alles. Echt waar.

Helaas werd ik pas wakker toen zij en Theo weggingen. Dat ging ook grappig. Toen ik wakker werd zei ik: ‘Ben ik op een feestje geweest en heb ik op de tafel had gedanst?’. ‘Ik voel me dronken’, zei ik ik ook nog.
Daarna heb ik direct weer iets gekregen om te slapen. Ik sliep tot 18.15. Toen was ik klaar wakker. Ik wilde gewassen, aangekleed worden , ik wilde eten en alle kinderen zien. Kyamee, Harun, Jaïz, Djamon en Roywinn. Iedereen was er. Ze huilden wel. Eigenlijk iedereen wel. Terug kijkend was het meer van opluchting dan van verdriet. Eindelijk, eindelijk was ik rustig. Dat had iedereen mij al die weken zo gegund en ik had het nooit gekregen. Nu was er eindelijk een arts die zei dat het genoeg was. Genoeg geknokt, genoeg gevochten, genoeg groot en
sterk geweest. Ga nu eerst maar eens lekker slapen. En dat deed ik.
Heerlijk lekker en rustig slapen.

Emmy heeft mij opgemaakt. Ik zag er prachtig uit. Mijn vader had nog nooit 2 meisjes samen zien tuttebellen. Heerlijk is dat he meiden. Samen kletsen, nagels knippen, of lakken. Opmaken. Uitgaan of thuis blijven. Gewoon lekker jezelf zijn en tussendoor je hart delen met iemand die jou helemaal kent en van je houdt. Het is eigenlijk niet met woorden te zeggen. En aan mannen is dit niet uit te leggen. Alle vrouwen
hebben dit nodig. Een vrouw zonder goede vriendin is eigenlijk een halve vrouw.
Die avond kwamen Sjons zijn ouders ook langs. Zij waren naar een verjaardag geweest en kwamen op de terugweg ook even langs.
Op de foto zie ik mijzelf in een groen jurkje. Ik lach ook.

Verhaal:
Emmy en Ariën zaten bij mij. Ik sliep. Zij praten samen over de grote moorkop die ik voor Ariën zijn verjaardag gemaakt heb. De moorkop was zo groot dat Ariën
hem niet op kon. Dat klopt wel. Want ik had hem net zo groot gemaakt als een ovenplaat.
Terweijl zij aan het praten waren werd ik wakker.
Ik zei” Ja. De rest heb je onder je trui verstopt. Til dat shirt eens even op want je hebt daar een dikke bobbel onder zitten.”
Ze hebben verschrikkelijk veel gelachen. Leuk he.

De maandag verliep eigenlijk goed. Ik ben draaierig als ik mijn hoofd van links naar rechts beweeg. Dat komt door de lage bloeddruk.
Verder had ik veel dorst en trek. Ha ha wat wil als je zo lang niets krijgen.
Het is best vreemd hoor om te horen dat je opeens een dag verder bent. Ik ben ook blij dat ik er weer ben. Gezellig bij jullie zo.

Inmiddels is er zoveel tijd voorbij dat ik niet meer weet wat er maandag allemaal gebeurt is. Het maakt ook niet meer uit. We zijn al zo veel dagen verder en het gaat goed. Lees maar lekker verder.

Comments are closed.